Achterdeurtje blijft dicht voor senioren

De molens van medezeggenschap malen langzaam, maar zelden voert een beroepszaak de betrokkenen negen jaar terug. Op deze scholencombinatie met een vijftigtal vestigingen voor primair en voortgezet onderwijs moest het archief uit de kast vanwege een poging van de personeelsgeleding van een van de medezeggenschapsraden om een oude seniorenregeling in ere te herstellen.
In 2010 konden werknemers bij deze scholen nog rekenen op 40 klokuren extra taakvermindering als ze hun 52ste verjaardag hadden gevierd, en voor 60-plussers was dat 80 klokuren. Dit alles bovenop de seniorenregeling in de cao. Zoiets kost wat en dus probeerde het bevoegd gezag, hier samengesteld uit twee stichtingen, om de regeling af te schaffen. Eerst via een stemming onder het personeel, waarbij de vereiste tweederde meerderheid niet werd gehaald. En twee jaar later via de bovenbestuurlijke medezeggenschapsraad, waarbij de achterban lauw reageerde en de medezeggenschappers vervolgens akkoord gingen.
Klopt dat wel, vroeg een wakker mr-lid op een van de vo-scholen in 2015, toen de uitslag van een bezwaarprocedure in een vergelijkbare kwestie duidelijk maakte dat zwijgen niet hetzelfde is als instemmen. Was het oude besluit eigenlijk rechtsgeldig? Na het stellen van deze vraag bleef het twee jaar stil. Na een herinnering oordeelde het bevoegd gezag in januari 2018 dat de eigen seniorenregeling reglementair was afgeschaft. Waarna de pmr extern advies inwon en een achterdeurtje probeerde te openen: de afschaffing was achteraf gezien niet legitiem, want geen tweederde meerheid, en dus hebben senioren nog altijd de rechten uit 2010, in elk geval op die ene vo-school.
Daar kwam een geschil van, waarbij de bezwarencommissie cao vo vaststelde dat op deze school wel heel veel kansen zijn blijven liggen om werk te maken van eventuele bezwaren. Het bevoegd gezag mocht er redelijkerwijs op vertrouwen dat zowel de mr’s als de achterban hadden ingestemd met het voorstel. De eigen seniorenregeling blijft voltooid verleden tijd.
Bezwarencommissie CAO VO 108461, 31 januari 2019

Verschenen in infomr 2/2019