Begin nu aan verbetering mr

Hoe word je een sterkere mr? Met tijdige informatie, inzichtelijke scholing, deskundige ondersteuning en een betrokken achterban. Infomr verzamelde een serie ‘tips & trucs’

Medezeggenschap kan pas echt succesvol zijn wanneer het belang ervan breed wordt onderkend, zegt Marcel Koning, beleidsmedewerker medezeggenschap bij de Algemene Onderwijsbond. Draagvlak is daarbij een cruciaal begrip, benadrukt hij, en dat is ook als belangrijk punt terug te vinden in het vorig jaar verschenen Advies ‘goede medezeggenschap’, opgesteld na de evaluatie van de WMS. Koning: “Probeer als mr, mét de overlegpartner, te komen tot wederzijds commitment.” Zowel het bevoegd gezag als de achterban moeten zich realiseren dat effectieve samenwerking tussen mr en bestuur leidt tot meer kwaliteit, tot een betere school en beter onderwijs. En, adviseert Koning: “Laat als mr zien dat de raad een nuttige sparringpartner is. Zorg voor een constructieve houding, zorg dat de mr-adviezen ook daadwerkelijk meerwaarde hebben. Bijvoorbeeld door te putten uit kennis en steun die bij de achterban en het eigen netwerk aanwezig is. En door te werken aan de competenties van de eigen mr-leden.” Het advies goede medezeggenschap in het onderwijs geeft ook duidelijke ‘gedragsankers’ waar mr-leden hun voordeel mee kunnen doen, stelt Koning. “Participatie van de achterban is belangrijk. Niet iedereen wil in de mr zitten, maar veel mensen zijn wel bereid om mee te denken bij specieke onderwerpen. De mr kan bijvoorbeeld input vragen aan leerlingen.” Zorg dat je als mr een activiteitenplan hebt, benadrukt Koning ook. “Bepaal zelf de agenda. Bespreek je activiteitenplan in een ambitiegesprek met de overlegpartner.”

Jaarkalender

Ook mr-trainer Paula van Dijnen vindt ‘structuur’ belangrijk en noodzakelijk om de kwaliteit van medezeggenschap te verbeteren, zegt de scholingsmedewerker van de Algemene Onderwijsbond (AOb). “Ik vind dat iedere mr een jaarkalender moet gebruiken. Welke stukken komen wanneer langs en wat moet wanneer worden vastgesteld?” Zo’n agenda moeten de mr-leden zelf tijdig opstellen en ook bespreken met het bevoegd gezag, adviseert ze. “Als je zo’n jaarplanning hebt, kun je met je directeur concreet afspraken maken over wanneer je dan de bijbehorende stukken binnen moet hebben om daar goed over te kunnen adviseren of oordelen.” Ze hoort het nog te vaak van van haar mr-cursisten: de directie stuurt stukken veel te laat. “Het uitgangspunt moet zijn: stukken zijn er op tijd. Als je het formeel goed hebt geregeld, dan kan er daarna eventueel wat meer informeel worden geregeld.”

Zelfinzicht

Haar collega Saskia van der Schaaf noemt tijdig aanleveren van informatie ook een belangrijk punt. “Als je twee dagen voor de vergadering een beleidsstuk krijgt en je gaat het toch lezen en je neemt ook nog een besluit. Dan moet je weleens bij jezelf te rade gaan als mr: waar zijn we nou mee bezig?” Van der Schaaf vindt dat zelfinzicht belangrijk is voor een mr. “Je moet je bewust zijn van je aanpak. Als je je bewust bent van wat je doet, kom je ook op ideeën hoe het anders zou kunnen. Houd dat eens tegen het licht, hoe gaan we met elkaar om, wat is de volgorde die we hanteren, hoe pakken we de zaken aan?” Moeilijk, de weg naar zelfinzicht? Vraag dan eens een betrokken iemand van buiten bij een vergadering, adviseert zij. “Dat helpt. Een frisse blik plaatst vraagtekens en dat helpt om je eigen doen en laten scherper te krijgen. Dat iemand vraagt: Maar waarom doen jullie het zo, het kan ook anders. Je kunt iemand inhuren, maar nieuwe mr-leden vragen het ook vaak: waarom doen jullie het zo? Je kunt het ook zoeken door bijvoorbeeld met andere mr-leden binnen je stichting in gesprek te gaan. Het is goed om af en toe vreemd bloed om een reactie te vragen.” Maar er is nog een hinderpaal. Van der Schaaf merkt nog steeds dat veel mr’s nooit onderling overleggen. Hun enige bijeenkomsten zijn de overlegvergaderingen met de directeur, wat ook bij ieders goede wil een stempel op elke sessie drukt. “Dan is het bijna onmogelijk om echt meer kwaliteit vinden te ontwikkelen in de medezeggenschap. Je moet je bewust zijn: wat doen we, hoe pakken we iets aan en waarom doen we dat. Wat is de meerwaarde?” Daar moeten mr-leden met elkaar vrij over kunnen spreken in eigen kring.” Van der Schaaf: “Natuurlijk is het altijd druk, maar praat eens met elkaar buiten de vergadering om. Wat willen we bereiken? Kijk ook terug: wat is er van terecht gekomen? Kom los van de waan van de dag, praat eens uitgebreid over hoe bijvoorbeeld een fusie is verlopen.”

Evalueren

Belangrijk punt, vindt ook AOb-trainer Arnold van Horssen. “Je wordt als mr beter door te evalueren. Onderling, maar af en toe ook met het bevoegd gezag. Je moet steeds proberen scherp te krijgen: doen we genoeg, wat zijn onze doelen, halen we die?” Maar het gaat toch om de inhoud in plaats van het proces? Van Horssen: “Mr-leden zijn vaak gefocust op de inhoud. Dat moet ook. Maar als je 30 procent van je vergaderingen nu eens zou besteden aan het evalueren van je eigen doen en laten? Mijn ervaring is dat er veel sluimerend verschil van inzicht is onder de leden van een mr. Iedereen zit daar met goede intenties, maar onder tafel gaat er van alles een eigen leven leiden. De één vindt 750 klokuren voor de klas prima, maar een ander wil graag minder lessen geven: heb het erover. Zorg dat je elkaar vertrouwt en bouw aan dat vertrouwen. Je kunt als mr nooit alles doen, dus zorg ervoor dat je effectief samenwerkt. Navelstaren? Nee, dat vind ik niet. De manier waarop je als mr functioneert is erg belangrijk voor het resultaat.”

Communiceren

En let op de communicatie, benadrukt Perry van Liempt, mr-consulent in de regio Zuid. “Veel dingen lopen vast door de manier waarop mensen met elkaar communiceren! Het is een cliché maar waar: mensen bedoelen het vaak goed, maar het komt er rot uit.” Van Liempt zag het onlangs weer gebeuren bij de bijeenkomsten in het kader van de gratis Quick Start, een aanbod uit het project versterking medezeggenschap. De bedoeling was dat medezeggenschapsraden zich samen met een bestuurder zouden aanmelden voor zo’n korte training. Van Liempt: “Eén mr vertelde dat hun directeur echt niet mee wilde komen. Hij had geen zin om zich te komen verdedigen, had-ie gezegd. Maar daar gaat het natuurlijk helemaal niet om. Bovendien: hij hoeft zichzelf niet te verdedigen, het gaat om de besluiten, niet om hem of haar.” Communicatie tussen mr en bestuurders is ‘echt een groot punt van aandacht’, zegt Van Liempt. “Iedereen voelt zich snel aangevallen. Dat heeft ook met je vraagstelling als mr te maken. Denk eens goed na hoe je dat doet. Je kunt toch oprecht vragen: wat is de achtergrond om zo’n besluit te nemen, hoe bent u daartoe gekomen? Dat is ook wat je moet willen weten als mr.” Hoe zou je het zelf willen, dat is ook altijd een eyeopener, merkt hij als het onderwerp ter sprake komt. “Hoe wil je zelf benaderd worden in een gesprek? Als je zo benaderd wordt als je zelf naar een bestuurder doet, dan zou je ook boos worden. Zo’n bestuurder is ook gewoon een mens. Als je het op een andere manier probeert, de strijd eruit haalt, dan bereik je veel meer. Het is best simpel.”

Voorbereiden

Bereid je goed voor, is ook een belangrijke tip die hij mr-leden mee wil geven. “Als je iets te vragen hebt, denk dan na waar je op uit bent als mr. Wat zou er in dat stuk moeten staan, volgens
jullie. Wat mist er, waar gaat het om? Als je dat zelf weet, dan hoef je geen serie vragen af te vuren. Soms schieten mr’s met hagel, en benoemen ze allemaal kleine puntjes. Dit klopt niet, dat klopt niet… Denk na over de essentie en vraag daar dan naar.” Hele concrete tip om dit praktisch toe te passen? “Als je een constructief gesprek wilt, moet je je als mr misschien eens verdiepen in gesprekstechnieken en onderhandelingstechnieken. Ik denk dat veel mensen in de mr daar baat bij zouden hebben.”

Algemene tips van trainers:

  • Het is niet makkelijk, maar betrek je achterban bij je werk. Zorg dat je weet wat er leeft. Dan weet je ook of er draagvlak is voor je adviezen en besluiten.
  • Kijk of je een bepaalde deskundigheid ‘mist’ in je mr. Haal die van buiten of zoek gericht naar een nieuw mr-lid met die competenties.
  • Praat in een vroeg stadium mee. Wees proactief. Samen weet je meer en kun je binnen je school meewerken aan beter onderwijs.