Extra mr-bevoegdheden vallen niet overal goed

Het zat al jaren in de pen, maar nu heeft minister Slob toch een grote stap gezet die medezeggenschapsraden op termijn meer zeggenschap geeft op de begroting van hun school. Per 1-1-2021 wordt de Wet medezeggenschap op scholen wat hem betreft aangepast en heeft elke mr vanaf dat moment wettelijk instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting. Tot op heden heeft de mr adviesrecht op dat punt.

De Vereniging voor Openbaar Onderwijs pleit hier al jaren voor en is blij. Maar de Reformatorische Ouder Vereniging (ROV) en de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) zitten helemaal niet op uitbreiding van die bevoegdheden te wachten, zeggen ze in een reactie. Beleidsadviseur Wim Voorwinden van de VGS vindt dat dit instemmingsrecht raakt aan de beleidsvormende rol van besturen.
Natuurlijk moet een bestuur de mr vooraf betrekken bij de beleidsvorming, zegt hij. “Maar de financiële verantwoording is een taak van de bestuurders.” De VGS verwacht dat deze wet voor onduidelijkheden zal zorgen, zegt hij. Dat begint al bij Slobs’ zinsnede ‘op hoofdlijnen’, zegt hij. “Veldbreed moet nu verkend gaan worden wat we precies onder deze hoofdlijnen moeten verstaan. Daar is dus nu al geen duidelijkheid over.” De grootste post in de begroting is natuurlijk die van de personeelskosten, aldus Voorwinden “op de omvang van de formatie heeft de mr al een instemmingsrecht.” De VGS vindt dat de nieuwe wet voor een verstoring van de balans zal zorgen. “Het eventueel onthouden van instemming plaatst het bestuur voor een lastig dilemma: kan het bestuur de uitgaven dan niet doen, terwijl de inkomsten wel binnen komen? Wordt de oude begroting dan gehanteerd? Wij zijn van mening dat het bevoegd gezag in zo’n situatie niet zijn verantwoordelijkheid als werkgever kan nemen.”
Slob vindt dat uitbreiding van de bevoegdheden van de mr past in deze tijd, waarin er vanuit de maatschappij en de politiek steeds duidelijk wordt gevraagd naar stevige verantwoording van bestuurders. Het afgelopen jaar hebben een aantal mr’s geëxperimenteerd met dit toekomstige instemmingsrecht. Bij die ‘veldconsultatie’ bleek dat mr- en gmr-leden weinig kennis en/of affiniteit hebben met financieel beleid, dat is wel een probleem natuurlijk, erkent de minister. Versterking Medezeggenschap zou op dat terrein veel kunnen betekenen, door specifieke scholing en training aan te bieden. Dat begint met een handreiking.
Verschenen in infomr 2/2019