Schoolsluiting of fusie? De MR heeft stevige invloed!

Op een school kan het leerlingenaantal zo ver teruglopen dat de school onder de opheffingsnorm komt en zal moeten sluiten, omdat de overheidsbekostiging stopt. Dat heeft natuurlijk grote gevolgen voor leerlingen, ouders en personeel. De MR hoort in dit proces dan ook een actieve rol te spelen, ook – of misschien juist – als het al zover is gekomen dat sluiting onafwendbaar lijkt.

- 7 Minuten om te lezen

Schoolsluiting of fusie De MR heeft stevige invloed

Op een school in Amsterdam ging dat vorig jaar mis

Begin 2024 stuurde de school voor voortgezet onderwijs een brief aan de ouders met de mededeling dat het bestuur voornemens was de school per 1 augustus van dat jaar te sluiten. De reden: te weinig leerlingen en onvoldoende kwaliteit van het onderwijs. De open dagen werden afgelast en inschrijving was niet meer mogelijk. De MR was echter niet op de hoogte van het besluit om de school te sluiten. Na een stevige ruzie vroeg het bestuur de MR alsnog om advies, maar dat was, aldus de MR, mosterd na de maaltijd.

Belangen MR ernstig geschaad

De MR vroeg de Landelijke Commissie voor Geschillen WMS (LCG WMS) een uitspraak te doen in dit adviesgeschil. De Commissie oordeelde dat het advies van de MR niet meer van wezenlijke invloed kon zijn, omdat de school de ouders al had ingelicht. Daarmee zijn de belangen van de MR ernstig geschaad. Het besluit de school te sluiten kon volgens de Commissie niet in stand blijven. Het bestuur ging tegen de uitspraak van de LCG WMS in hoger beroep bij de Ondernemingskamer (OK). De OK vond dat het bestuur ‘de medezeggenschap zeldzaam fundamenteel heeft veronachtzaamd’ door niet tijdig advies te vragen aan de MR. Maar de OK keek vervolgens wel inhoudelijk naar het opheffingsbesluit en oordeelde dat de school alsnog mocht sluiten(1).

Hoe het had gemoeten

Dit geschil had voorkomen kunnen worden als het bestuur zich aan de regels had gehouden. Als een bestuur besluit om een school te sluiten, moet het altijd op tijd de medezeggenschapsraad raadplegen. De MR heeft bij een schoolsluiting, omdat het besluit gevolgen heeft voor leerlingen en personeel, per geleding een eigenstandig instemmingsrecht. Dit houdt in dat de diverse geledingen van de MR akkoord moeten zijn met hoe de gevolgen van de sluiting worden opgevangen, voordat het plan kan worden uitgevoerd (artikelen 12, 13, 14 WMS). De leerling- en oudergeleding kijken bijvoorbeeld naar de belangen van de leerlingen en hoe die richting een andere school worden begeleid. De personeelsgeleding doet datzelfde voor het personeel. Daarnaast is het belangrijk dat er een ouderraadpleging plaatsvindt, voordat er een definitief advies wordt gegeven. Zo kan de MR zich niet alleen op de bestuurlijke beslissing baseren, maar ook op de mening van ouders en andere betrokkenen.

Richting opheffing

Een scholenstichting in het midden van het land pakte het iets beter aan, maar ook daar verliep niet alles zonder slag of stoot. Met twee van de vier scholen die onder die stichting vielen – een mavo en een school voor havo/vwo, ging het al jaren slecht. De leerlingaantallen liepen terug en op een gegeven moment kregen deze scholen het grootste deel van hun leerlingen doordat die waren uitgeloot bij andere scholen. De bekostiging die de scholen ontvingen, liep evenredig terug met de daling van het aantal leerlingen en was niet meer voldoende om alle docenten in dienst te houden en de gebouwen te onderhouden. Daardoor konden de leerlingen geen ruime profielkeuzes meer maken en trokken de scholen nóg minder leerlingen. Beide scholen gingen hard richting opheffingsnorm.

Gezamenlijke beslissing

Het bestuur van de stichting, de GMR, de medezeggenschapsraden van de twee scholen en de Raad van Toezicht gingen met elkaar in gesprek. (1) https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:GHAMS:2024:1551
Ze namen door wat er in de afgelopen jaren was gebeurd om het tij te keren. PR, nieuwe didactiek, andere onderwijsvormen, de leerlingen meer betrekken bij het curriculum, een nóg betere hygiëne en op één van de scholen zelfs een op sociaal gebied wat stevigere rector… het had allemaal niets geholpen. De GMR, de raden van de twee scholen en de RvT waren volledig op de hoogte van de onverbloemde feiten en cijfers. Gezamenlijk besloten het bestuur en de GMR, daarin gesteund door de Raad van Toezicht, dat de twee scholen, beide in dezelfde gemeente, zouden ophouden te bestaan. Deze scholen zouden worden uitgefaseerd: er werden geen nieuwe leerlingen aangenomen, maar de leerlingen die er al zaten werden wel naar hun eindexamen begeleid. Omdat de schoolgebouwen inmiddels half leeg waren, werd besloten de havo/vwo-school te verhuizen naar het gebouw van de mavo. Dat betekende dat ook de docenten moesten meeverhuizen, maar die waren daar graag toe bereid.

Plek op de nieuwe school

Tegelijk werd er in het gebouw van de havo/vwo-school een nieuwe school opgericht: een Jenaplanschool voor mavo-havo-vwo. Een slimme keuze, want in de betreffende stad was geen brede scholengemeenschap en ook geen school met een niet-klassieke onderwijsvorm. De personeelsgeledingen van de twee medezeggenschapsraden van de uitfaserende scholen bedongen via de GMR dat de docenten van deze scholen op kosten van de stichting konden worden bijgeschoold tot Jenaplandocent. Zo konden zij een plek krijgen op de nieuwe school, wanneer hun school ophield te bestaan. Docenten die geen interesse hadden in de nieuwe Jenaplanschool, konden op één van de andere scholen binnen de stichting terecht.

Ouderraadpleging

Het tijdig betrekken van de GMR en MR-en van de twee in nood zijnde scholen bij dit proces leek ervoor te zorgen dat de inspraak soepel zou verlopen en eventuele vertraging tot het minimum zou worden beperkt. De oudergeleding van de GMR zag de redelijkheid van de plannen in. Wel stelden deze ouders uiteraard kritische vragen over hoe de kwaliteit van het onderwijs aan hun kinderen op de uitfaserende scholen zou worden gewaarborgd. Daarover werd in een goede sfeer overlegd. Maar toen er, vlak vóór het officiële positieve advies zou worden gegeven, een ouderraadpleging plaatsvond, brak de hel los. Op een informatieavond voor ouders werd geschreeuwd en gehuild en met vingers gewezen. In de week erna kwamen boze brieven binnen bij het bestuur en er werd zelfs gedreigd met een rechtszaak.

Juiste volgorde

Juist omdat er in alle gremia in alle openheid was overlegd en er overeenstemming was vanuit alle geledingen, viel de reactie van de ouders de GMR, het bestuur en de raden van de scholen wat rauw op hun dak. De ouders vonden echter dat de ouderraadpleging veel te laat had plaatsgevonden. De juiste volgorde (artikel 15 lid 3 Wms) zou zijn geweest: het bestuur komt met een voorstel en vervolgens vindt er een ouderraadpleging over dit voorstel plaats. Daarna krijgt de GMR het voorstel ter instemming naar zich toegezonden, met de uitslag van de ouderraadpleging. Het is verplicht daar serieus naar te kijken, maar uiteindelijk besluiten de geledingen van de GMR zelf of zij instemmen. In dit geval werd ingestemd met het sluiten van de scholen. De rechtszaak kwam er alsnog, maar werd door het bestuur gewonnen. Toch bleef iedereen met een wat nare nasmaak zitten.

Fusies en alternatieven

Soms is een sluiting van een school niet nodig en kan worden besloten tot een fusie. De MR heeft ook in dit proces een belangrijke rol, namelijk instemmingsrecht op zowel de fusie-effectrapportage (hierna: fer) als het fusiebesluit. In de fer staan onder meer de motieven voor de fusie, het tijdsbestek, de te bereiken doelen inclusief de wijze van evalueren, de kosten- en baten en de gevolgen van de fusie voor het personeel en de leerlingen. Bij een fusie kan tijdelijk extra geld beschikbaar worden gesteld om de overgang goed te begeleiden, of voor de vormgeving van het nieuwe schoolaanbod. Ook in deze situatie moet de MR instemmen met het voorstel. De bonden zijn betrokken bij de arbeidsvoorwaardelijke kant en – voor zover van toepassing – eventuele afvloeiingsregelingen.

Stevige invloed

Als medezeggenschapsraad is het essentieel om goed op de hoogte te zijn van de rechten en plichten bij een schoolsluiting of fusie, maar ook van de juiste volgorde waarin zaken worden afgehandeld. Door het advies- en instemmingsrecht heeft de MR stevige invloed op besluiten die het onderwijsaanbod raken. De trainers of adviseurs die iedere MR heeft, kunnen adviseren en begeleiden bij deze afwegingen.

Meer leren over jouw rol in de MR? Volg een cursus die bij je past:

Basiscursus Medezeggenschap VO – speciaal voor het voortgezet onderwijs
Basiscursus Medezeggenschap PO – gericht op het primair onderwijs
Word een MR- Expert met 3 online trainingen – flexibel en praktijkgericht