Kwart bovenschools, kan dat?

In de begroting die onze bestuurder te laat heeft voorgelegd aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad staat een inhouding van 25 procent op elk schoolbudget. De opbrengst moet naar ‘bovenschools’, waar volgens mij nogal ruim wordt omgegaan met inhuur van externe bureaus en tweedaagse conferenties inclusief overnachting. Het voelt alsof geld voor de lessen en de leerlingen over de balk wordt gesmeten. En nu zegt de bestuurder ook nog dat deze begroting al is goedgekeurd door de raad van toezicht, zodat wij er niets meer aan kunnen veranderen. Kan dat allemaal zo?

Bovenschoolse kosten zoals die van een bestuurskantoor moeten ergens van betaald worden. Ook kunnen computers, printers en andere apparatuur van de scholen administratief zijn ondergebracht in een collectief contract voor de hele organisatie. Het is niet vreemd om een deel van de aan scholen toegekende middelen daarvoor te gebruiken, als daar maar duidelijke afspraken over zijn gemaakt met de gmr. Die heeft namelijk adviesbevoegdheid over de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid, en ook op de criteria die worden toegepast bij de verdeling van middelen op bovenschools en schoolniveau. Zo’n verdeling wordt weleens een allocatiemodel genoemd.

U kunt alleen adviseren als u voldoende informatie heeft. Een bestuurder die waarde hecht aan medezeggenschap zorgt voor die informatie, bijvoorbeeld door de begroting in stappen te behandelen. Denk aan een oriënterende bespreking in september, een concept in november ter advisering door de gmr, daarna vaststelling door het college van bestuur en goedkeuring door de raad van toezicht. En dit ieder jaar te herhalen waarbij de stukken vier jaar vooruit kijken.

Een afdracht van 25 procent lijkt hoog en de ruime omgang met middelen die u signaleert is een gespreksonderwerp, zeker in relatie tot de mogelijkheden voor personeel om vervanging te krijgen bij een externe bijscholing of studiedag. Als daarop wordt beknibbeld zijn ruime investeringen in kwaliteit van het management lastig te verdedigen.

De manier van werken van uw bestuurder en de schaarse informatie over het financieel beleid hoort ook thuis in het gesprek dat uw gmr twee keer per jaar voert met de raad van toezicht. Die is de werkgever van de bestuurder en moet ingrijpen als de scholen te veel risico lopen. Het jaarverslag met kan een goede aanleiding zijn om een en ander aan de orde te stellen. Denk daarbij ook aan de achterliggende stukken, Sommige scholen geven de gmr ook inzage in de adviezen die bestuur, accountant en management uitwisselen. Dat kan heel informatief zijn.

Deze vraag van een medezeggenschapsraad is beantwoord door de mr-consulenten van de AOb binnen de dienstverlening van het Servicepakket Medezeggenschap voor voortgezet onderwijs.