Lessentabel is meer dan rooster

Op een brede scholengemeenschap staat jaarlijks de lessentabel op de mr-agenda, een document dat regelt hoeveel contacturen er wekelijks per vak, afdeling en leerjaar in het rooster horen te staan. Jarenlang gaf de mr instemming aan het voorstel, maar in 2015 gooit de directie een knuppel in het hoenderhok door om advies te vragen over het voorstel voor 2016. Gevolg: bedenkingen van de mr tegen een onderdeel wegen minder zwaar dan bij instemming.

Over de inhoud van de lessentabel bereiken de overlegpartners overeenstemming, maar procedureel lukt dat niet. Als de zaak in de vorm van een interpretatiegeschil belandt bij de Landelijke Commissie voor Geschillen WMS, betoogt de directie dat de lessentabel niet meer is dan een onderdeel van het lesrooster, waarvoor adviesrecht geldt. De personeelsgeleding in de mr ziet het anders: de tabel is juist verbonden met het schoolplan, het leerplan, de onderwijsen examenregeling en het zorgplan. En dat zijn allemaal zaken waarin de mr instemmingsrecht heeft. Bovendien is er een gewoonterecht, omdat de mr jarenlang instemming is gevraagd.

De commissie geeft tussen de regels van haar uitspraak de partijen een compliment: de zaak is niet uitgelopen op een geschil onder tijdsdruk over een actuele tabel doordat de pmr en de directie nu om een principe-uitspraak vragen. Bij zo’n jaarlijks terugkerend onderwerp is er voldoende concreet belang om een dergelijke uitspraak te vragen. Met het gewoonterecht maakt de commissie korte metten: daar doet de Wms niet aan. Voor het omzetten van advies- in instemmingsrecht bestaat een regeling, maar die is hier niet van toepassing. Het schoolplan, redeneert de commissie vervolgens, gaat niet alleen over de inhoud van het curriculum maar ook over de wijze waarop leerstof wordt aangeboden en de verdeling ervan over vakken en jaren. De lessentabel is daarom een vertaling van de onderwijskundige visie op de inrichting van het onderwijs. Conclusie: ook op de lessentabel heeft de mr instemmingsrecht.