Maatwerk voorop bij aanpak corona-achterstanden; mr en schoolteam beslissen

Met welke maatregelen zijn de leerlingen op jouw school het best geholpen als het gaat om het wegwerken van de achterstanden die ze hebben opgelopen door corona? Daar houden alle schoolteams zich nu mee bezig om het extra geld zo goed mogelijk te gebruiken. Ook de medezeggenschapsraad moet vanaf het begin betrokken zijn bij alle keuzes.

Er is ongeveer 700 euro per leerling per jaar beschikbaar om de door corona ontstane achterstanden aan te pakken. Scholen met meer achterstandsleerlingen krijgen ook meer geld. Het kabinet steekt met het nationaal programma Onderwijs (NP Onderwijs) in totaal 8,5 miljard euro extra in het onderwijs, waarvan 5,8 miljard voor het primair en voortgezet onderwijs. Dat geld moet de komende twee-en-een-half jaar worden gebruikt om zowel de cognitieve als de sociaal-emotionele schade bij leerlingen zo veel mogelijk weg te werken. Het gaat dus niet alleen om het wegwerken van opgelopen leerachterstand, maar moet er ook aan bijdragen dat leerlingen weer beter ‘in hun vel’ komen te zitten.

Er is een ‘menukaart’ met ‘interventies’, te vinden op de website van het programma nponderwijs.nl voor alle onderwijssectoren. De menukaart is een overzicht van alle mogelijkheden waaruit een school kan kiezen: bijvoorbeeld een zomerschool, een-op-een begeleiding voor leerlingen, klassenverkleining, meer sportactiviteiten of extra cultuureducatie. Bij elke maatregel staat wat die per leerling kost, en hoeveel maanden ‘leerwinst’ die oplevert volgens de laatste inzichten.

Let op schoolniveau

Elke school kiest zelf welke ingrepen het best bij school en leerlingen passen. “De mr moet goed op het schoolniveau letten”, vindt Anton Bodegraven, sectorbestuurder po bij de Algemene Onderwijsbond. “De analyse van welke achterstanden er zijn (de ‘schoolscan’) heeft ook op schoolniveau plaatsgevonden. Ik hoor nu al dat er besturen zijn die bovenschools de regie voeren: dat hoeft niet verkeerd te zijn, maar wees je als mr bewust van je verantwoordelijkheden. De maatregelen moeten passen bij jullie leerlingen, en het schoolteam moet erachter staan. De leerkrachten zijn hierbij echt cruciaal: zij kennen de leerlingen en weten wat die nodig hebben.”

Krappe planning

Voor de start van het volgend schooljaar moeten er keuzes zijn gemaakt zodat de uitvoering dan kan beginnen. De planning is erg krap, vindt de AOb. Zeker omdat mei en juni de drukste maanden van het schooljaar zijn en corona nog steeds een grote rol speelt. Ga er toch snel mee aan de slag, adviseert Bodegraven. “Het is veel geld. Pas op dat je het niet uitgeeft aan allerlei commerciële uitzendorganisaties en adviesbureaus die zaken voor je gaan regelen. Dat wil het ministerie ook niet. Er zijn ook commerciële bureaus met hele specifieke inhoudelijke onderwijskundige expertise: die kun je natuurlijk wél inschakelen.”
Een ander risico is dat het eigen personeel overbelast raakt, waarschuwt hij. “Als je kiest voor een zomerschool in de eerste of laatste week van de zomervakantie, moet er wel iemand zijn die dat onderwijs verzorgt. Dat kan eigen personeel zijn, maar extra werken moet helemaal vrijwillig zijn en extra worden betaald. Niemand mag zich verplicht voelen.”

Meer personeel

Het pakket aan maatregelen is afkomstig van het Engelse kennisinstituut Education Endowment Foundation (EEF). De gegevens op de menukaart maken duidelijk dat meer personeel inzetten altijd de meeste leerwinst oplevert. Bodegraven: “En het staat ook vast dat begeleiding door bijvoorbeeld pabo-studenten bijna geen effect heeft, maar begeleiding door eigen leerkrachten juist wel. Dat is dus erg lastig.”

Het pakket maatregelen waar een team uiteindelijk voor kiest heet het schoolprogramma: de mr moet daarmee instemmen. Het is officieel een onderdeel van het schoolplan. De school hoeft het schoolprogramma niet op te sturen aan het ministerie of de inspectie. De gemeente moet wel op de hoogte zijn; die kan bijvoorbeeld nog aanvullende maatregelen aanbieden.

Voor de zomervakantie hoort elke school hoeveel geld er precies is. Het programma loopt in principe ruim twee jaar, maar als mr kun je ervoor kiezen om voorlopig voor één jaar in te stemmen. Tussentijds bijstellen en aanpassen van het programma is mogelijk: veranderen wat niet zo goed blijkt uit te pakken of meer doen als iets juist erg goed werkt. Alle maatregelen worden gemonitord en het ministerie zorgt dat ‘good practices’ extra aandacht krijgen.

Extra ondersteuning

Het ministerie realiseert zich dat de extra’s uit het Nationaal Programma Onderwijs extra inspanning vragen van het onderwijspersoneel terwijl er al een hoge werkdruk is en veel personeelstekort. Daarom is toegezegd dat scholen extra ondersteuning kunnen krijgen in de vorm van klassenassistenten, onderwijsassistenten of studenten. Hun inzet kan ervoor zorgen dat de eigen leerkrachten meer tijd hebben voor het begeleiden van de leerlingen bij het wegwerken van de achterstanden.

Tekort aan bevoegd en bekwaam personeel blijft het zwakke punt van dit NP Onderwijs, zegt Anton Bodegraven: “Het is een gemiste kans dat het weer om incidentele middelen gaat terwijl het onderwijs structurele oplossingen nodig heeft. Het is veel geld, maar scholen kunnen er geen mensen in vaste dienst van aannemen en we hebben gewoon meer leraren nodig.”

Handreikingen

De Algemene Onderwijsbond heeft voor medezeggenschapsraden handreikingen gemaakt over de rollen en verantwoordelijkheden bij de keuzes voor de inzet van de extra gelden.

Interventies

De menukaart van het NP Onderwijs kent meerdere interventies, met beschrijving van het te verwachten effect. Drie voorbeelden.

  1. Een-op-eenbegeleiding
    Gemiddeld effect: 5 maanden leerwinst bij drie tot vijf keer per week, gedurende 12 weken, ongeveer 30 minuten per keer.
    Sterk bewijs dat dit goed werkt vooral in het primair onderwijs voor vakken als lezen en rekenen.
    Kosten: bij inzet van een leerkracht: 800 euro per leerling.
  2. Klassenverkleining
    Gemiddeld effect: 3 maanden leerwinst als de klassengrootte wordt teruggebracht tot 20 leerlingen of minder.
    Bij twee klassen van 15 zijn de extra kosten ongeveer 1350 euro per leerling. Kosten voor extra lokalen zijn hierin nog niet verwerkt.
  3. Cultuureducatie
    Gemiddeld effect: 2 maanden leerwinst.
    Beperkt positief effect op leerprestaties, bijvoorbeeld bij Engels/wiskunde/rekenen. Er is een groot vermoeden van effect als een positievere houding ten aanzien van leren en er is vaak sprake van toegenomen welzijn. Maar veel wetenschappelijk bewijs is daarvoor niet.
    De kosten zijn relatief laag: 6 euro per les tot 40 euro per uur voor hoogwaardig muziekonderwijs (1600 euro per jaar).

 

Ook interessant voor jou

image description
image description
image description