Meten en ventileren, maar raam in de klas hoeft niet de hele dag open

Verplichte CO2-meters, gratis hulpteams en subsidie voor verbouwingen. De overheid geeft als gevolg van corona een fikse impuls aan het klimaat in de klas, maar is het genoeg? Wat zijn de eerste ervaringen op scholen en kan de medezeggenschap optreden als aanjager?

Marco van Zandwijk is één van de experts van Ruimte-OK, de organisatie die in opdracht van het ministerie scholen ondersteunt bij het realiseren van een gezond binnenklimaat. Elke school kan (gratis) het hulpteam Optimaal Ventileren langs laten komen. Meer dan 500 scholen deden dat al.

Als medezeggenschapsraad doe je er verstandig aan om het onderwerp ventileren op de agenda te zetten, zegt Van Zandwijk. “Het gaat over de gezondheid van iedereen in school. Van het personeel én de kinderen.” Door corona is iedereen er nu wel van overtuigd dat goed ventileren belangrijk is, maar dat was het natuurlijk altijd al. Een CO2-meter laat eenvoudig zien of er in de ruimte voldoende wordt geventileerd. Minister Wiersma heeft aangekondigd dat hij CO2-meters wil verplichten. In elk lokaal op school moet straks zo’n meter zijn, vindt hij. Daar krijgen alle scholen budget voor.

Bij de meer dan 500 schoolbezoeken die het hulpteam het afgelopen half jaar aflegde, bleek dat er nog veel te verbeteren valt, zegt Van Zandwijk. Vaak staan de ramen de hele dag open, terwijl dat helemaal niet nodig is. Of een personeelslid weet niet wat er moet gebeuren als de CO2-meter een te hoge waarde aangeeft, of de CO2-meter hangt op een verkeerde plek. Het hulpteam geeft het hele team daar op zo’n dag meteen instructies over. Marco van Zandwijk: “Maar bij de helft van de scholen zijn ook echt structurele maatregelen nodig.”

Daar is een zogeheten vangnetsubsidie voor beschikbaar, waarbij het rijk 60 procent van de kosten betaalt.

Meten is pas het begin

Als de CO2-meter in alle lokalen hangt, is het zeker zo belangrijk dat personeelsleden weten wat ze kunnen doen als de meter oranje of rood uitslaat. Daar is instructie voor nodig, wat ook kan helpen als de meter iets onwaarschijnlijks laat zien.

Neem de CO2-meter die een school voor twee tientjes had aangeschaft via het Chinese internetbedrijf Alibaba. Het apparaatje gaf een relatieve luchtvochtigheid van 98 procent aan. “Dat kan niet. Bij dat percentage zouden leerlingen en leerkracht met elkaar in dichte mist zitten”, zegt Marco van Zandwijk, architect en deskundig op het gebied van binnenklimaat. Koop een betrouwbare kooldioxidemeter, adviseert hij. “De prijzen stijgen. Voor een kwalitatief goede betaal je nu al minstens 200 euro.”

Zo’n CO2-meter registreert bij voorkeur naast de concentratie kooldioxide (uitgedrukt in deeltjes per miljoen, ppm), ook de binnentemperatuur. Samen vormen die een indicator voor een goed binnenklimaat. Onder een waarde van 1000 ppm kleurt het display groen, daarboven wordt het oranje of rood.

Marco van Zandwijk: “Bij rood is er niet direct reden voor paniek. Er zijn niet onmiddellijk ernstige gezondheidsrisico’s. Maar die waarden maken wel duidelijk dat er op dat moment te weinig wordt geventileerd en dat je daar iets aan moet doen. De bovenramen openzetten bijvoorbeeld.”

Monitoren

Het is raadzaam om een CO2-meter te kopen die de meetgegevens opslaat, zegt Van Zandwijk. “Dan kun je achteraf zien waar en wanneer het misgaat en gericht maatregelen nemen.” Wat een goede meter is? Daar kan de facilitaire dienst meer over te weten komen door overleg met andere scholen, adviseert Van Zandwijk.

Te veel CO2 geeft aan dat er te weinig wordt geventileerd. Dat is niet fijn als je les moet geven en ook niet handig als je les krijgt. Een gezond binnenklimaat wordt daarom expliciet genoemd in de Arbowet. Ook om de verspreiding van corona tegen te gaan is het belangrijk goed te ventileren.

Naast het bord

Soms staan of hangen de CO2-meters op een verkeerde plek, merkte het hulpteam bij de schoolbezoeken: bijvoorbeeld naast een raam in de zon, of pal naast de deur. Een betere positie is meestal links of rechts naast het (digi-)bord. Ook staan ramen en deuren soms onnodig de hele dag open. “Niet zo fijn met de huidige energieprijzen.”

Van Zandwijk: “Basisregel 1 om een hoge waarde te voorkomen is: ventileren doe je van boven naar beneden. Dus eerst de bovenste ramen of ventilatieroosters openzetten. Daar bereik je vaak al veel mee en dan heb je bovendien niet zoveel last van kou en tocht.”

Zo ventileren kan de hele dag door. Spuien, de ramen en deuren open om alle lucht te verversen, doe je bij voorkeur in een pauze. Bekijk het effect hiervan op de meetgegevens, zegt Van Zandwijk: “Als een lokaal permanent in de rode zone zit, zijn er echt bouwtechnische ingrepen nodig om de ventilatie op orde te krijgen.”

Het binnenklimaat vraagt dus extra aandacht van het personeel. “Dat kan vervelend zijn, want als docent ben je dan niet bezig met het primaire proces, lesgeven. Maar voor een optimaal leer- en werkklimaat is een goed binnenklimaat wel een randvoorwaarde, dus het is niet anders.”

Meten is weten

Meten is weten, benadrukt Van Zandwijk. “Je zou verwachten dat na 2015 gebouwde scholen klimaatinstallaties hebben waarbij het allemaal goed en automatisch wordt geregeld. De praktijk laat zien dat dit helaas niet altijd het geval is. Soms werkt de afzuiginstallatie niet optimaal, is iets niet goed ingeregeld of zit er domweg iets verstopt.”

Nieuwere gebouwen met moderne installaties zijn steekproefsgewijs te checken met CO2-meters en een controle door de installateur. Zo merkte één van de experts bij een schoolbezoek op dat de centraal geregelde ventilatie op de laagste stand stond. “Tijdens het bezoek werd die op stand 3 van 5 gezet. Al in de pauze merkte een docent opdat volgens haar die dag de ventilatie beter was, zonder dat zij wist wat er was gebeurd.”

Goed beeld

Bij een schoolbezoek van het hulpteam Optimaal Ventileren voert een expert gesprekken met de schoolleider en het personeel. Alle ruimtes worden bezocht, de installaties bekeken. “Zo krijgen we een goed beeld. We zoomen in op de mogelijkheden voor optimalisatie, geven gerichte adviezen, ook over een eventueel vervolgtraject en beantwoorden direct alle vragen.”

Het hele docententeam krijgt deze informatie. Van Zandwijk: “We horen vaak: het is hier bedompt, niet fris. Dan blijkt er met de luchtkwaliteit niets mis, maar is de temperatuur gewoon veel te hoog. Ook hier geldt dus weer: weet wat je meet. En weet hoe je daarop kunt acteren.”

Kaders:

Geld voor CO2-meters en luchtreinigers

Het ministerie van OCW heeft 17,5 miljoen euro beschikbaar zodat elke school voor elke ruimte een goede CO2-meter kan aanschaffen. Op dit moment heeft 40 procent van de scholen dat nog niet goed geregeld. Minister Wiersma heeft aangekondigd de meters ook voor bestaande bouw te gaan verplichten. Voor nieuwbouw na 2015 was die verplichting er al. Er komt via de brancheorganisatie binnenklimaat techniek binnenkort een lijst van CO2-meters die voldoen aan de eisen in het bouwbesluit. Een goede meter gaat minstens tien jaar mee.

Scholen die het (gratis) hulpteam Optimaal Ventileren over de vloer willen hebben kunnen zich aanmelden via ventilatiehulp.nl

Het ministerie onderzoekt op proef ook de effecten van luchtreinigers. Scholen die daaraan mee willen doen kunnen zich eveneen melden bij ventilatiehulp.nl

De ventilatienormen, gebaseerd op het programma van eisen frisse scholen, zijn vastgelegd in de arbocatalogi voor po en vo. Zie de AOb-handreiking: https://bit.ly/3SDUEsJ

Subsidie voor aanpak ventilatie

Voor noodzakelijke verbetering van ventilatie bestaat een ‘vangnetsubsidie’ zodat een school 60 procent van de investeringskosten terugkrijgt als de ventilatie en het binnenklimaat worden aangepakt. De school moet zelf 40 procent inbrengen. De gemeente is niet verplicht om mee te betalen. Schoolbesturen kunnen zich hiervoor aanmelden bij 0800-0224402 of via ventilatiehulp.nl. Personeel dat nog vragen heeft kan ook mailen met ventilatie@ruimte-ok.nl

Wellicht vind je dit ook interessant: