Opgepast,er valt een beoordeling uit de la

Nu veel scholen in krimpregio’s staan, krijgen (voor.al oudere) leerkrachten soms ineens een uitnodiging voor een ‘beoordelingsgesprek’. Klopt dat wel? En welke consequenties kan dat hebben? De personeelsgeleding in de (g)mr doet er goed aan om de reglementen er eens op na te slaan. Wat is er op school precies afgesproken over functioneringsgesprekken, beoordelingsgesprekken en hoe zit het met de bezwaartermijn?

In zowel de cao po als vo staat de verplichting tot het voeren van functioneringsgesprekken. Bij het ene bestuur heet het ‘gesprekkencyclus’, bij de ander wordt gesproken over competentiegesprekken, en ooit heeft de (g)mr ingestemd met afspraken daarover. “Meestal ligt zo’n stuk in de la en is er geen sprake van systematisch functioneringsgesprekken voeren”, weet Marcel Koning, beleidsadviseur medezeggenschap bij de AOb. Toch is het belangrijk om goed te weten wat er kan, mag en is afgesproken, zegt Frans Lathouwers, advocaat en werkzaam op de juridische afdeling bij diezelfde AOb. “Besturen hebben de neiging om voor de zomervakantie het personeelsbestand ‘op te schudden’. Dat betekent meestal: duur inwisselen voor goedkoop, 55-plussers eruit. Vooral de laatste paar jaar zie ik dat veel gebeuren. Dan ben je 31 jaar aan een school verbonden geweest en dan krijg je ineens te horen: we willen een beoordelingstraject starten.” Ten eerste, zegt Lathouwers: dat mag dus niet. Aan een beoordelingsgesprek moeten minstens twee functioneringsgesprekken voor.af zijn gegaan. “In de praktijk lopen die termen door elkaar heen, maar er is juridisch een wezenlijk verschil. Een functioneringsgesprek wordt gevoerd op basis van gelijkwaardigheid, in het belang van een instelling of van betrokkene en heeft nooit juridische consequenties. Een beoordelingsgesprek kan wel juridische/ rechtspositionele consequenties hebben en dus kun je ook bezwaar aantekenen tegen de uitkomsten.” Die bezwaartermijn staat vaak op twee weken. “Te kort” vindt de advocaat. “Je voelt je overvallen en twee weken zijn zo voorbij. In het algemeen wordt in de wereld van het recht een termijn van zes weken aangehouden, dat zou hier ook moeten. Maar een bestuur wil doorpakken en zo zetten ze een werknemer verder onder druk.”

Waan van de dag

De oorspronkelijke gedachte achter het fenomeen functioneringsgesprekken is natuurlijk nobel. Als werknemer en werkgever beiden tevreden zijn en samen praten over eventuele aanpassingen, dan leidt dat tot beter onderwijs. Functioneringsgesprekken horen bij goed integraal personeelsbeleid (ipb). Net zoals mogelijkheden voor scholing en coaching en een persoonlijk ontwikkel plan (pop) daarbij horen. In de praktijk zijn veel scholen te druk met de waan van de dag. Maar wie ineens een uitnodiging krijgt voor een beoordelingsgesprek, moet op z’n hoede zijn, waarschuwt Lathouwers. “Het gebeurt vaak de laatste jaren. En acht van de tien keer zijn het leerkrachten van boven de 55 jaar die worden ‘uitgenodigd’ voor zo’n gesprek.” Hoe verloopt het meestal? “Zo’n gesprek wordt in de praktijk als dreigement gebruikt om iemand een bepaalde richting op te duwen. ‘We zijn niet tevreden’ hoor je dan. ‘We denken aan job rotation.’ En dan moet een leerkracht van 60 ineens naar een Daltonschool terwijl hij of zij nooit in dat systeem heeft gewerkt. Dan ga je dus een oude boom verplaatsen en als je daar bezwaar tegen maakt, wordt er verder gepraat: ‘als je echt niet wilt, is vervroegd met pensioen geen idee voor jou, of een beëindigingsovereenkomst in overleg’? Dat willen ze.” De AOb-advocaat kent het vervolg maar al te goed: “Mensen zijn dan aangeslagen en verdrietig. Ze zijn er, na een diensttijd van 25 of 30 jaar, terecht van uitgegaan dat ze goed functioneerden. Maar het bestuur denkt alleen aan het kostenplaatje.” Het is per definitie een ongelijke en eenzame strijd, zegt hij. “Je mag de vertrouwelijkheid niet schenden dus je kan er niet met je collega’s over praten. Jij ligt er als leerkracht wakker van, het bestuur niet, hoor.” Schakel dus direct juridische hulp in, adviseert hij, je kunt je recht halen.

Gewenste uitkomst

En zelfs dan is de afloop niet altijd dat de belaagde leerkracht terugkeert in het vertrouwde team. Het bestuur gaat misschien wel over de schreef, maar uiteindelijk bereikt het vaak wel de gewenste uitkomst: “In de nadagen van je carrière als leerkracht veel getob en gedoe, daar heeft niemand zin in. Zo’n conflict kan jaren duren en veel mensen zijn geneigd om akkoord te gaan met een regeling.” Wel blijven leidt bovendien vaak tot verlies van zelfvertrouwen. “Natuurlijk sta je na zoiets niet meer onbevangen voor de klas. Dat kan zelfs leiden tot wat ik ‘pedagogisch cijferen’ noem: hoge cijfers uitdelen om ouders en kinderen tevreden te stellen. Dat is natuurlijk schadelijk voor de kwaliteit van het onderwijs.” Veel medezeggenschapsraden hebben de gang van zaken rond functioneren en beoordelen niet op de agenda staan, weet beleidsadviseur Koning. “Het gaat natuurlijk vaker over taakbeleid en passend onderwijs.” Maar dit verdient zeker aandacht, adviseert hij, vanwege de gevolgen voor teams en individuele personeelsleden. “Check wat er bij jullie is afgesproken. En gelden die afspraken op bestuursniveau of per school? Dat laatste is logischer. Culturen verschillen. En op een slecht presterende school moeten functioneringsgesprekken misschien in een hogere frequentie worden gevoerd dan op een excellente school.”

Meer belangrijke vragen: “Welke bezwaartermijn staat er op papier? Wie voert de gesprekken en is dat ook logisch? Zijn functioneringsgesprekken gekoppeld aan het scholingsbudget? Zijn er pop’s? Check bij je collega’s of wat is afgesproken, ook echt zo werkt in de praktijk en of mensen er tevreden over zijn.” De AOb weet dat beoordelen nodig kan zijn om de kwaliteit van het onderwijs op peil te houden. Koning: “Iedereen heeft baat bij een goed functionerings- en beoordelingssysteem. Werkgever en werknemer kunnen concluderen dat het niet meer ‘werkt’. Dan moet je zorgvuldig kijken naar andere mogelijkheden. Wat is er nodig zodat iemand weer wel goed in z’n vel zit. Maar willekeur moet je voorkomen. Natuur.lijk beoordeelt een werkgever je. Dus moet je zorgen dat de procedure klopt.” Lathouwers vraagt ook aandacht voor het vervolg: “Je kunt als bestuur niet volstaan met alleen maar een negatieve beoordeling, tenzij een leerkracht steelt of aan de kinderen zit. Maar daar gaat het bijna nooit om. Na die minstens twee functioneringsgesprekken en de beoordeling moet er altijd een verbetertraject worden aangeboden.”