Professioneel statuut: de leraar is de baas

Per 1 augustus moeten alle scholen een professioneel statuut hebben. Maar veel leerkrachten hebben nog geen idee wat dat is en wat erin zou moeten staan. De medezeggenschapsraad kan ervoor zorgen dat de gesprekken daarover op gang komen.

Het professioneel statuut is een onderdeel van de wet beroep leraar. het lerarenregister, dat daar ook deel van uitmaakt, is een stuk bekender dan het professioneel statuut. Dat het statuut nog zo onbekend is, is enorm jammer, vindt Jeroen van Andel, beleidsadviseur bij de AOb. Want in het statuut borg je de professionele ruimte van docenten. Daarbij gaat het er onder meer om dat docenten voldoende zeggenschap hebben over de inhoud van de lesstof, de middelen die daarbij worden gebruikt en over de pedagogisch-didactische aanpak van school, dus zaken die raken aan de begeleiding van leerlingen en het contact met ouders.

Goodwill

Op sommige scholen hadden docenten ” terecht” al veel invloed op die zaken, maar dat is soms afhankelijk van de goodwill van het management en vaak stond er niks op papier, aldus Van Andel. Nu is het wettelijk verplicht om afspraken daarover vast te leggen en dat is een stap vooruit, vindt de AOb. “Een school moet niet op detailniveau bepalen hoe jij je werk uitvoert”, zegt Van Andel, “dat kun je als professional heel goed zelf. Die ruimte moet de school jou geven. Dat regelt het statuut.”
Hoe kom je als school nu tot zo’n statuut en wat moet erin staan? Begin eens om er met zoveel mogelijk docenten goed over te praten, adviseert de AOb. Een vraag daarbij kan zijn: wat zou je graag anders zien op school? Wat heb je nodig om je werk (nog) beter te kunnen doen? Van Andel: “Als er op jouw school nog niets gebeurt om een professioneel statuut op te stellen, kun je binnen de mr een aanjaagfunctie vervullen. Als personeelsgeleding kun je zeggen: wij vinden dat hier tijd voor gemaakt moet worden. Niet op woensdagmiddag even snel, of tussen 18.00 en 19.00 uur met een stuk pizza erbij, maar echt goed en gepland.”

Onbekend fenomeen

Op hoeveel scholen er al wordt gewerkt aan het statuut is niet bekend, maar uit een kleine rondvraag onder mr-leden blijkt het fenomeen nog behoorlijk onbekend.
“Een professioneel statuut? Daar hoor ik nu voor het eerst van. Het leeft helemaal niet bij ons op school.” (Helga Frömming, secretaris mr vo-school). “Moeten wij als school ons eigen statuut opstellen? Wij dachten dat het door (een vertegenwoordiging van) de beroepsgroep gedaan zou worden.” (Gijsbert de Keizer, voorzitter mr, internationale school). Docent en mr-consulent Franc van Gurp merkt dat het meedenken en opstellen van een statuut door veel van zijn collega’s vooral wordt gezien als weer een administratieve verplichting erbij.
Hij snapt wel dat leerkrachten er zo tegenaan kijken, zegt Van Andel, maar dit gaat echt over de kern van je beroep. Dit is een kans. Het beperkt de invloed van je werkgever en stelt waar je als leraar zelf over gaat. Hij vindt het geen taak van de vakbonden om met een voorbeeldstatuut te komen: Dat zou toch aanmatigend zijn? Het moet maatwerk zijn voor jouw school en dat kunnen leraren heel goed zelf.
Het gaat er in de kern om of je als docenten bij de juiste beslissingen betrokken bent, licht Van Andel toe. Als het gaat om een nieuwe aanpak, zoals een leerplein bijvoorbeeld. Maar ook hoe je klas eruitziet. Als daar een serverkast in staat te brommen, kun jij je werk niet goed doen. Of de zelfstandige bevoegdheid voor het beoordelen van prestaties van leerlingen: als jij zegt het is een 5 en het blijft een 5, dan wordt het géén 5,5, ook al heb je te maken met lastige ouders. Nu heb je de wet aan je zijde.

Enthousiast

Quincy Angelista, docent lichamelijke opvoeding en mr-lid op het Zuid-West College in Den Haag, is enthousiast over het professioneel statuut. Zijn school is één van de tien scholen die meedoet aan een pilot van Voion, en er is begeleiding bij de totstandkoming van een statuut. “Op onze school wordt al veel gedaan met ideeën die uit het team komen”, zegt hij “maar we willen dat formaliseren. Het moet ook op papier staan.”
Tijdens een bijeenkomst met een grote groep docenten schreef iedereen op wat hij/zij belangrijk vindt, of nog mist om zo’n werk goed te kunnen doen. Het gaat vaak om ongeschreven regels die nu al gelden binnen de school: dat je bijvoorbeeld geen afspraak hoeft te maken met de directeur, maar gewoon naar binnen kunt lopen. Dat je als vaksectie over je eigen begroting gaat en binnen vier weken een reactie op een voorstel moet krijgen. Dat je gevraagd en ongevraagd advies mag geven. Maar ook dat je als docent een kwartier voor aanvang van de lessen binnen moet zijn.
Wat er straks precies in het statuut zal staan is nu nog niet duidelijk, maar de cultuur van het Zuid- West College zal er duidelijk in naar voren komen, verwacht directeur Robert-Jan Oranje. “Als managementteam willen we faciliteren en adviseren, maar de kracht ligt bij onze docenten. Zij zijn de professionals.”

Schoolplan

Een statuut zou kunnen botsen met het bestaande schoolplan, zegt Van Andel. Als mr heb je daar instemmingsrecht op. Stel dat in het schoolplan staat dat elk vak differentiatie biedt op alle niveaus en als leraar vind jij dat je dat niet waar kan maken: daar ga jij dus over. Of dat erin staat dat er zoveel mogelijk met digitale leermiddelen wordt gewerkt, maar jij vindt dat je een onderdeel soms op een andere manier beter uit kunt leggen. De kaders in het schoolplan kunnen dan beknellend blijken en daar moet je als mr dan op letten, dat die formuleringen in het schoolplan worden aangepast en genoeg ruimte bieden voor de afspraken in het statuut.
Per 1-8-2018 moet het statuut er op alle scholen zijn en het moet zijn opgesteld na een dialoog tussen docenten en bevoegd gezag. Het mag dus zeker geen door het bevoegd gezag voorgekookt statuut zijn. Het hebben van een statuut is zelfs een bekostigingsvoorwaarde en de inspectie kan erom vragen. Lineke de vries, bestuursadviseur op het Roelof van Echten College in Hoogeveen, een school die ook al werkt aan het opstellen van een statuut, zegt dat de school hier graag aan meewerkt. Niet omdat we zo nodig weer een reglement willen hebben, maar we willen onze professionele cultuur borgen.
Ze noemt het belangrijk en inspirerend om daar met z’n allen over na te denken. Hoe kom je op school tot beslissingen? Wat voor professional wil je zijn? Dat kun je borgen zonder dat alles anders kan worden als er een nieuwe directeur komt. Het gaat er bij dit statuut om wie het onderwijs maakt. Dat zijn de docenten.