Sla de handen professioneel ineen

Een professioneel statuut moet de professionele ruimte van leraren op elke school regelen vanaf 1 augustus 2018. Welke rol heeft de medezeggenschapsraad bij de totstandkoming van zo'n statuut en wat kan er in staan?

Allereerst: waarom moet de medezeggenschapsraad zich eigenlijk om het professioneel statuut gaan bekommeren? “We hebben er niet eens instemmingsrecht op”, reageerde een mr-voorzitter onlangs op een netwerkbijeenkomst van de Algemene Onderwijsbond. Veel mr-leden zien nut en noodzaak nog niet van het professioneel statuut. “Dat wordt een papieren tijger.” Een veel gestelde vraag: wie moet het document op gaan stellen en waarom komen de vakbonden niet met een voorbeeldstatuut, een blauwdruk met wat er in zo’n statuut moet staan?Om met dat laatste te beginnen: een standaard is nu juist níet te bedoeling, zegt Annemarie van Luik, trainer bij de AOb. Elk statuut moet maatwerk zijn en kloppen met de sfeer, werkwijze en de afspraken die er op een bepaalde school gelden. Dus de inhoud van zo’n statuut moet uit de docenten zélf komen: hoe willen zij werken, wat vinden ze belangrijk, waar hebben zij precies zeggenschap over. Het zou dus een slechte zaak zijn als de directie of de vakbond met een handleiding of een voorbeeld-statuut zou komen: “Als professional past het toch niet dat er óver je gepraat wordt? Er moet mét je worden gepraat. Het statuut is geen moetje, het is vooral een kans.”
Die mening deelt Luciënne Japchen Lenstra, die op haar school, het Hondsrug College in Emmen, hard werkt om met haar collega’s tot een professioneel statuut te komen. Door haar werk als AOb-consulent komt ze ook veel op andere scholen en constateert ze grote verschillen: in hoe dingen zijn georganiseerd, in rust/ onrust op de gangen, in de manier van met elkaar omgaan. “Het is overal anders en je kunt kiezen als directie en docenten hoe je het op jouw school wilt, en dat vastleggen. Dat is waardevol om daar als docenten samen over te praten. Je bepaalt samen het pedagogisch klimaat.”

Zoek de regelruimte

Het beeld bestaat dat docenten veel mopperen, zegt ze. “Het statuut geeft je de kans om dat te vertalen naar: hoe zouden wij het graag willen? Het statuut geeft je zeggenschap.”
Docenten die meer zeggenschap hebben, kunnen zorgen dat ze meer ‘regelruimte’ krijgen, benadrukt beleidsadviseur medezeggenschap Marcel Koning van de Algemene Onderwijsbond. “Dat je als docent zelf kunt beslissen of, wat, en wanneer er iets gedaan moet worden, en hoe. Dat je zelf meer de leiding kunt nemen in plaats van dat je geleid wordt door directie, bestuur, managers en teamleiders. Want dat heeft allemaal geleid tot regeldruk waarmee docenten zijn belast.”
Als die regeldruk afneemt leidt dat waarschijnlijk rechtstreeks tot meer werkplezier en minder werkdruk. Japchen Lenstra: “Dus doe hier als docenten alsjeblieft aan mee, anders laat je echt kansen liggen.”

Kom in actie

Het initiatief om over een statuut te praten kan bij de directie vandaan komen, zegt rayonbestuurder Jan Menger van de Algemene Onderwijsbond. “Het is een bekostigingsvoorwaarde, dus de directie kan erop worden aangesproken door de inspectie.” Maar je kunt als pmr natuurlijk ook in actie komen als je het te lang vindt duren, adviseert hij. Menger beschouwt het statuut als ‘een kans voor docenten om als professional te acteren’, zegt hij. “Op veel scholen krijg je als docent te weinig ruimte. Er wordt te veel voor je geregeld.”
De personeelsgeleding in de mr zou voorstander moeten zijn van zo’n statuut, omdat het meer zeggenschap geeft aan docenten. Het betekent dat de achterban breder bij besluiten wordt betrokken en dat leidt tot betere besluiten en een breder draagvlak. Ook is het belangrijk om erover na te denken waar de raakvlakken zitten tussen professionele ruimte en medezeggenschap, zegt Marcel Koning van de AOb. Het schoolplan, waar afspraken in kunnen staan over bijvoorbeeld gebruikte lesmethoden en lesvormen, valt bijvoorbeeld onder het instemmingsrecht van de mr. Maar kan zo’n schoolplan wel worden vastgesteld zonder voorafgaande inspraak door de docenten? Professionele ruimte voor docenten betekent dat docenten ook zelf nog eigen invulling moeten kunnen geven aan de manier waarop ze lesgeven. Een schoolplan mag dus niet alles ‘dicht timmeren’.

Docentenberaad

De onderwerpen en de procedure volgens welke docenten erbij worden betrokken moeten een plek krijgen in het statuut. Wie er precies beslissen, moet ook in het statuut staan, zo lijkt het. Jan Menger: “Het is zo dat, als je bijvoorbeeld met een docentenberaad gaat werken, daar dan het primaat ligt en de zeggenschap.”
Toch denkt hij dat professionele ruimte (zeggenschap) en medezeggenschap elkaar hier kunnen aanvullen: “Stel er staat in het professioneel statuut dat de directie met het docentenberaad moet overleggen over bepaalde zaken en dat gebeurt niet. Dan kun je als pmr vervolgens instemming weigeren op een voorstel. Dus dat geeft je dan weer macht. Sommige onderwerpen móeten natuurlijk ook gewoon in de mr aan bod komen, ook omdat het de ouder- of leerlinggeleding betreft.”
Het statuut is zeker geen papieren tijger, zegt Jan Menger. “Het is een wet, dus het heeft zeker status.” En neem geen genoegen met een voorbeeldstatuutje vanuit de directie, waarschuwt hij. “Het statuut moet een breed gedragen stuk zijn, dat is ontstaan na dialoog. Dat checkt de inspectie.”
Elk vak draait om drie dingen, zegt Annemarie van Luik: geld, arbeidsvoorwaarden en professionaliteit. Bij die eerste twee is de vakbond natuurlijk van groot belang, maar de inhoud van je vak, daar ga je als docenten zélf over. En binnen één school is er vaak nogal wat verschil tussen de opstelling van docenten, ziet ze. “De éne collega neemt veel ruimte als docent, de ander niet. Het gesprek daarover en welke consequenties dat heeft, wordt vaak niet gevoerd op school.”
Dat zou wel moeten, vindt ze. Je moet als docenten elkaars opstelling kennen en er afspraken over maken met de directie. En dat statuut is niet in beton gegoten, zegt ze er meteen bij: “Het moet een dynamisch stuk worden, geen dode letter. Neem evaluatiemomenten op.”

Marges en keuzes

Hoe het statuut eruit gaat zien, zal per school verschillen. Als docententeam kun je bijvoorbeeld kiezen voor een ‘lerarenberaad’, een gedelegeerd orgaan van alle docenten. Dan leg je in het statuut vast over welke onderwerpen dat lerarenberaad zeggenschap krijgt in het overleg met de directie en hoe erop wordt toegezien dat dit ook gebeurt. De leden van het lerarenberaad zou je kunnen kiezen, of je kunt zeggen: daar zitten alle voorzitters van de vaksecties in. Of, bij een hele kleine school: alle leraren maken deel uit van dat beraad.
Je kunt er ook voor kiezen om geen lerarenberaad in te stellen, maar wel de sfeer en de afspraken op school te benoemen in het statuut. Dit maakt het minder makkelijk om zulke afspraken te veranderen als er een nieuwe bestuurder komt. Wat er in het statuut staat, moet de uitkomst zijn van een brede dialoog tussen zoveel mogelijk docenten en de directie.
Een professioneel statuut opstellen vereist aandacht. Het Stedelijk Dalton Lyceum in Dordrecht werkt aan een statuut onder begeleiding van een externe deskundige, Suzanne Deutekom. Voorzitter Ron Groot van de mr denkt niet dat er een nieuw lerarenberaad zal worden opgetuigd, zegt hij. “We hebben al docentenraden per locatie en als er iets speelt en we doen een oproepje zijn er altijd wel een paar mensen die actief willen worden en mee willen praten.”
Hij ziet wel het nut van een statuut: “Het gaat toch om je professionele ruimte: kun je bij ons op school lesgegeven zoals je zelf wilt. Wij doen veel digitaal, maar voor mijzelf gaat dat ten koste van mijn werkplezier en ik ben nu vrij om het in mijn lessen anders te doen. Misschien moet je dat recht inderdaad wel vastleggen in een statuut. Welke bestaande afspraken zijn er, en wil je die handhaven? Dan kun je die nu vastleggen in een statuut.”

Statuut en pmr

Nu doen:

  • Het onderwerp aankaarten in overleg met het bevoegd gezag.
  • Afspraken maken over facilitering/voorwaarden die nodig zijn om een professioneel statuut te schrijven. Bijvoorbeeld: zo breed mogelijke betrokkenheid van docenten en daarom uren binnen de jaartaak. Geen statuut van bovenaf opleggen.
  • De pmr heeft geen advies- of instemmingsbevoegdheid bij het statuut.

Later doen:

  • De mr kan bij voorgenomen beleid altijd de vraag stellen of het bevoegd gezag voldoende rekening heeft gehouden met de professionele ruimte en de mate waarin docenten bij het voorgenomen beleid zijn betrokken.
  • De mr kan zelf ook bredere inspraak organiseren en bijvoorbeeld een docentenberaad om advies vragen.

AOb Medezeggenschap biedt training en begeleiding aan bij het gesprek over een professioneel statuut. Met andere bonden is een handreiking geschreven.

Verschenen in infomr 2/2018