Werkdruk en stress: pak de tijdverslinders aan

Leerkrachten ervaren een steeds toenemende werkdruk in het onderwijs. Dat blijkt uit elk onderzoek dat ernaar wordt gedaan. Het maakt niet uit wie dat onderzoek doet, of dat nu de rijksoverheid (DUO, 2016) of een vakbond (CNV, 2013) is. Op dit moment voert de AOb een groot onderzoek naar werkdruk in het onderwijs uit, waarvan de resultaten begin 2017 bekend worden.

Uit alle onderzoeken blijkt ook dat de oorzaken min of meer duidelijk zijn: meer doen met minder mensen, een gebrek aan autonomie, meer administratieve taken en meer zorgleerlingen in de klas. Maar werkdruk heeft een ‘harde’ en een ‘zachte’ kant, ziet Reinout Jaarsma, trainer bij de AOb. Taakbeleid is de harde kant: hoeveel tijd is er voor nakijken en voorbereiden van lessen, wat komt er allemaal aan klussen bij tijdens een schooljaar? Dat is vaak behoorlijk dichtgetimmerd. Dat geldt minder voor de zachte kant die werkdruk ook kent. Jaarsma: “Ik hoor op scholen dat leerkrachten veel te maken hebben met ’tijdverslinders’. Dan moet je denken aan vergaderingen die heel lang duren, praatjes bij de koffieautomaat, de planten verzorgen, tafels en stoelen klaarzetten, nieuwe collega’s inwerken. Dat zijn niet echt taken volgens het taakbeleid, maar het zijn allemaal kleine dingetjes die samen toch ook blijken te zorgen voor meer werkdruk.”

Leefgemeenschap

Steeds meer scholen gaan over tot het tijd-en plaatsgebonden werken. Bijna overal leidt dat er in de praktijk toe, dat leerkrachten meer uren op school aanwezig zijn. Jaarsma: “En als je samen bent met collega’s, wordt het, gelukkig, nogal eens gezellig. Maar hoe je het ook wendt of keert, er is altijd wel sprake van enige druk om daaraan mee te doen, dus je bent soms meer aan het kletsen dan productief aan het werken. Dat kan ervoor zorgen dat je taken niet af krijgt en werk mee naar huis neemt.”

Een school is een soort leefgemeenschap, met eigen waarden en normen, met ongeschreven regels. “Ik ken een school waar elke vrijdagmiddag gezellig een borrel wordt geschonken. Dat lijkt leuk, maar het zorgt ook voor sociale druk. Jonge teamleden voelen zich verplicht om te blijven, want ze willen erbij horen, ze willen misschien graag een vaste aanstelling: het voelt alsof ze wel bij die borrel moeten zijn en zeker niet als eerste naar huis toe moeten gaan. Maar voor hetzelfde geld hebben ze een jong gezin, willen ze graag naar huis. Dat zijn eigenlijk kleine dingen, maar die kunnen de werkdruk wel degelijk verhogen.” Leeftijdsbewust personeelsbeleid is belangrijk bij het verlagen van de werkdruk, stelt Jaarsma. Bij elke levensfase horen andere behoeftes, ambities en verwachtingen en daar kun je in het toebedelen van taken op school rekening mee houden. Want is het wel zo logisch dat die jonge docent toezicht houdt bij de disco-avond op school? “Die heeft misschien een baby thuis die ’s ochtends om 6 uur alweer wakker is. Terwijl een oudere docent op zaterdag misschien wel kan uitslapen.”

Knutselwerkjes

Sommige dingen zijn moeilijk bespreekbaar op school, merkt Jaarsma in zijn contact met leerkrachten. “Dan is er een cultuurtje ontstaan, waar je aan mee hoort te doen. Bijvoorbeeld als het gaat om knutselwerkjes maken voor vader- of moederdag; hoeveel tijd steek je daar als docent in? Of een museumbezoek met de klas: laat je dat helemaal over aan de educatieve dienst van het museum of ga je als leerkracht in je vrije tijd zelf alvast eens kijken bij dat museum? Zijn er twee of drie ouderavonden per schooljaar? Maak je twee of drie toetsen voor een rapport? Hoeveel open dagen organiseert de school voor ouders en toekomstige leerlingen en moet je daar altijd aanwezig zijn? Duurt het schoolreisje drie of vijf dagen? Wat is de ‘mailcode’ die jullie hanteren: als alle collega’s ook op zaterdag reageren op mails van leerlingen, dan kun jij bijna niet achterblijven. Maar is dat eigenlijk wel normaal?” Leerkrachten leggen onbewust allemaal claims op elkaar, signaleert Jaarsma. “En het is op veel scholen een taboe om die dingen te bespreken. Dit maakt onze school nou juist zo uniek, heet het dan. En: dit zorgt ervoor dat de sfeer hier zo goed is en ‘je wilt toch niet alleen maar voor de klas staan?’ Natuurlijk: je leert leerlingen meer dan alleen lezen en schrijven, maar eigenlijk moet je al die dingetjes die jullie op school allemaal zo heel normaal vinden, eens goed tegen het licht houden.”

Koffie en koeken

Dat is een mooie taak voor de medezeggenschapsraad, adviseert hij. Via bijvoorbeeld arbocataloguspo.nl en checkjewerkstress.nl zijn werkdruktests gratis te downloaden. Die kunnen als hulpmiddel dienen om erachter te komen of al die ingeroeste gewoontes misschien toch ook de werkdruk verhogen. Laat iedereen eens een lijstje maken, van ‘vijf tijdverslinders’, dan ontstaat er zo een lijst van twintig dingen waar je met z’n allen nog eens naar kunt kijken. “Via het initiatiefrecht dat je als mr hebt, kun je vervolgens voorstellen om een paar zaken te veranderen. Misschien is een cursus timemanagement wel een oplossing voor een aantal collega’s, of een training vergadertechnieken.” Juist omdat hij op veel verschillende scholen komt, ziet Jaarsma dat er heus wel wat te kiezen valt. “Soms begint een mr-vergadering om 19.30 uur, maar is er één leerkracht al aanwezig om 19.00 uur: om de lampen aan te doen, de koffie te zetten, koeken op een schaal te doen. Dat kan, maar op een andere school wordt om 19.29 de buitendeur opengedraaid en komt iedereen tegelijk binnen. Het zijn allemaal gewoontes die je met elkaar hebt ontwikkeld. En juist die gewoontes vallen niet onder het taakbeleid. De zachte kant van de werkdruk is minder tastbaar, maar die is er wel.”

Onderzoek in vo

De AOb doet momenteel een langlopend onderzoek naar werkdruk in het onderwijs. Bij een tussenrapportage werden begin dit jaar al wat uitkomsten over het voortgezet onderwijs bekendgemaakt. Leerkrachten werken veel meer uren dan waar ze voor aangesteld zijn, bleek. Bij een fulltime aanstelling blijkt gemiddeld (!) een werkweek van 48 uur te horen. Ook parttimers maken veel te veel uren en nemen bergen werk mee naar huis. Stressfactoren zijn vooral ouderavonden, oudergesprekken en surveilleren tijdens de pauze. Eén op de vijf leraren in het vo kampt met burn-outverschijnselen. De resultaten van het complete onderzoek worden naar verwachting begin 2017 bekend.

Ga zelf aan de slag!

Wat kun je zelf doen, als je stressfactoren herkent? Als pmr kun je in het meerjarig professionaliseringsplan dat ter instemming moet worden aangeboden (cao-vo 17.2, cao-po 9.2) trainingen opnemen die als doel hebben de werkdruk bespreekbaar te maken, én te verlagen. Een voorbeeld daarvan is een training timemanagement. Als individueel personeelslid krijg je daar handvatten om beter om te gaan met werkdruk. De afdeling scholing van de AOb geeft op aanvraag ééndaagse cursussen timemanagement.

Leerkrachten die zich ervan bewust zijn hoe ze met de beschikbare tijd omgaan en zich realiseren waarom het soms fout gaat, kunnen iets doen aan de werkdruk die zij ervaren, zegt trainer Brigit Linssen, die de training timemanagement geeft. “Door middel van oefeningen en gesprekken leer je in zo’n cursus waar het probleem zit bij jou. Soms heeft het te maken met gebrek aan assertiviteit of moeilijk prioriteiten kunnen stellen, of perfectionisme. Starters tobben vaak in hun eentje, terwijl het wiel al uitgevonden is. In deze cursus kijken we vooral naar wat je zélf kunt veranderen als individu. Sommige dingen liggen bij school of zijn niet beïnvloedbaar, daar houden we ons minder mee bezig. We richten ons op wat concreet tot verbetering kan leiden en kan zorgen voor vermindering van de werkdruk die je ervaart. En dat vooral aan de hand van voorbeelden en verhalen van de deelnemers zelf.”