Zo gaat het eraan toe bij een mr-netwerk

In alle regio’s houdt de AOb regelmatig netwerkbijeenkomsten voor medezeggenschappers op scholen. InfoMR schoof aan bij de netwerkbijeenkomst Oost in Zwolle. Mr-leden ontmoeten elkaar, wisselen tips uit en horen van experts wat nu echt bovenaan de mr-agenda moet staan.

Waarom durven medezeggenschappers geen tegengas te geven? Waarom gaan ze toch op de laatste avond stukken doorlezen, terwijl die te laat zijn aangeleverd? Dat is de ‘hypotheekziekte’, zegt één van de aanwezige medezeggenschappers. “Collega’s zijn bang om hun baan te verliezen. Aan de koffietafel een grote mond, maar als ze met de bestuurder om tafel zitten, zingen ze een ander liedje.”

Ook al kenden veel aanwezigen elkaar voor deze bijeenkomst niet: het ijs is snel gebroken. Er is koffie en thee (en potten vol dropveters, spekkies en Zoute Rijen), na afloop wacht een Indisch buffet. In drie uur tijd krijgt iedereen een informatieboost met het laatste nieuws op mr-gebied en talloze praktische tips & tricks.

En er is natuurlijk veel herkenning, want veel medezeggenschappers worden nog (te) vaak overvallen door het bevoegd gezag. Of de mr toch nú snel een besluit wil nemen. “Dan zegt onze bestuurder: ja maar, het moet naar de inspectie of: ja maar, de accountant zit erop te wachten. En ik krijg mijn mr niet mee om dan te zeggen: sorry, pech gehad.”

Toch doen, adviseren rayonbestuurders Philippe Abbing en Mark van Essen van de AOb in deze zaal. “Houd je poot stijf. Soms moet je iets met je achterban bespreken. Je móét de stukken rustig kunnen bestuderen. Zet in je mr-reglement dat je minimaal twee weken de tijd wilt hebben. Je staat in je recht en dat weet een werkgever echt wel. Bang zijn is niet terecht, je kunt heus niet ontslagen worden.”

Minimum van 100 uur is niet genoeg

Maar dan: de tijd hebben? “Ik krijg per jaar 100 uur voor de mr”, zegt een medezeggenschapper uit het voortgezet onderwijs. “Dat is volgens de cao het minimale waar ik recht op heb, en meer komt er niet. Het is niet genoeg om een helikopterview te krijgen, om alles goed voor te bereiden.”

Laat staan de 60 uur waar het po het mee moet doen, klinkt al snel. “Waar sláát dat verschil op!” Nergens op, beamen de bestuurders. En ja, dit punt staat al jaren op hun cao-onderhandelagenda.

Een belangrijke sleutel voor mr-succes: zorg dat je kennis op peil is. Volg scholing, daar heb je recht op en dit wordt door het bestuur vergoed.

Allerlei individuele en mr-vragen vliegen deze avond over tafel: kun je er zomaar taken bij krijgen als je ooit via het entreerecht LD’er bent geworden? Wanneer doet de mr er goed aan om nietigheid in te roepen? Heb je het recht om de uren van je persoonlijk budget op te sparen? Wie praat er mee over het nieuwe werkverdelingsplan in het po? Kun je flexers verplichten om naast het lesgeven ook taken te doen? Op alle vragen komt meteen antwoord en vaak klinkt ook: “Je gaat hier zélf over als mr. Let daarop.”

Snel iets doen met de werkdrukmiddelen

Waar veel vo-medezeggenschappers nog niet aan toe zijn gekomen, maar ‘heel snel’ mee aan de slag moeten, is de besteding van het extra geld voor werkdrukverlaging, de werkdrukmiddelen. In de nieuwe cao is deze zomer onder meer 300 miljoen euro extra vastgelegd voor werkdrukverlaging. De helft gaat naar individuele leerkrachten: 40 uur voor elk personeelslid om de eigen werkdruk te verlagen (uitbetalen kan dit jaar ook als overgangsregeling). De andere 150 miljoen moet bijdragen aan de zogeheten collectieve werkdrukverlichting: dat komt voor scholen neer op ongeveer 160 euro per leerling per jaar. Onlangs werd bekend dat er nog eens 175 miljoen extra is: 23 uur extra (mag je ook laten uitbetalen) voor iedereen individueel bovenop de 40 uur die al was afgesproken. En ook hier is weer de helft, 87,5 miljoen, bestemd voor de collectieve aanpak op school.

Instemming pmr is cruciaal

“De teams moeten bedenken wat ze met dat collectieve geld willen doen. De pmr heeft een cruciale rol: zij moeten ermee instemmen.” Eén mr-lid kijkt vragend de zaal rond: “Wisten jullie dit? Daar is bij ons nog niets over gecommuniceerd.” De aanwezigen weten het wel, maar niemand is echt al in actie, zo blijkt.

“Er zijn ook collega’s die zeggen: komen jullie maar met een plan, dan horen we het wel.” Dat is dus níet de bedoeling, zegt Philippe Abbing. “Bedenk ook: als je zelf meer regie hebt, aan het stuur staat, dan scheelt dat vaak al in je werkdruk. Wees de baas over je eigen beroep.” Bovendien, zegt hij: “160 euro per leerling is veel geld. En het komt elk jaar weer. En het geld is er nú dus al, voor dit jaar.”

Ga op school aan de slag, mobiliseer de teams, luidt het advies van de vakbond. Er valt veel met dat geld te doen, antwoordt Mark van Essen op vragen over de

opties. Bijvoorbeeld eerdere maatregelen uit het NPO-geld voortzetten. Dat geld was voor de leerlingen bedoeld om corona-achterstanden in te lopen, maar heeft wellicht geleid tot werkdrukverlagende maatregelen. Kiezen voor kleinere klassen, meer inzet van onderwijsassistenten, extern pauzesurveillanten inhuren: bedenk het maar, team. En als de collega’s er niet uitkomen? “Vraag ons om te helpen. De AOb komt dan langs op jullie school. Om te praten over hoe je dit proces zo snel mogelijk op gang kunt krijgen.”

Voetnoot: Weten welke bijeenkomsten de AOb organiseert, ook in jouw regio? Kijk op www.aob.nl/agenda